printen

3.5 Opslag en transport op de bouwplaats

 

De aan- en afvoer van bouwmaterialen op een bouwplaats moet goed geregeld zijn. Het bouwverkeer en de leveranciers van bijvoorbeeld steigermaterialen moeten makkelijk en snel op hun bestemming kunnen komen. Goede transportwegen en een draagkrachtige ondergrond zijn dus belangrijk voor de aanvoer van het steigermateriaal. Daarnaast moet er ook genoeg opslagruimte zijn.

 

Dit is niet bij elk bouwterrein makkelijk te regelen. Het is soms moeilijk om over een bouwterrein te rijden omdat er wordt gegraven, of omdat er wateroverlast is. Bij nieuwbouw worden meestal vooraf maatregelen genomen om te zorgen dat het bouwverkeer de bouwplaats kan bereiken. Maar bij industriële installaties die zijn stilgelegd en in de renovatiesector kan dat niet. Daar heb je meer met de bestaande omgeving te maken, en heb je een grotere kans op knelpunten.

 

Over het transport en de opslag van materialen moete altijd van tevoren goede afspraken maken met de opdrachtgever gemaakt worden. Dat gebeurt bij voorkeur met een tekening van de bouwplaatsinrichting. Vaak moeten alleen de werkzaamhedengoed op elkaar af te stemmen. Het volgende is daarbij nodig:

  • Duidelijke informatie over de ingang(en) van de bouwplaats, de bouwwegen en parkeerplaatsen voor vrachtwagens. Duidelijke informatie over de verkeersregels op het bouwterrein.
  • Zorg altijd voor een nette bouwplaats, waar geen wateroverlast is.
  • Overleg als dat nodig is met de betrokken partijen over de manier van intern transport en opslag. Leg dit ook uit aan de mensen die voor het transport en de opslag zorgen, voordat de werkzaamheden beginnen. Doe dit aan de hand van een los- en stapelplan.

 

Transportmiddelen

Gebruik zo veel mogelijk hulpmiddelen voor het transporteren en hijsen van materialen op de bouwplaats. Denk bijvoorbeeld aan een hijskraan, heftruck, verreiker, shovel, trekker, platte materiaalwagen, en liften en takels. Het A-blad Steigerbouw van Arbouw gaat ook op deze transportmiddelen in.

Als je deze middelen gebruikt, gaat het opbouwen van steigers efficiënter. Het werk zal dan ook minder lichamelijk belastend zijn. Je hoeft immers minder met materialen te slepen als een transportmiddel ze meteen op de juiste plek zet. Dit laatste aspect wordt in paragraaf 1.3 Fysieke belasting behandeld.

 

Los- en stapelplan

Hierboven noemden we al het los- en stapelplan, als hulpmiddel om het interne transport en de opslag van materialen goed te regelen. In dit plan staan de volgende regels:

  • Leg steigermaterialen niet op de grond, want als ze vuil zijn is het moeilijker om ze te monteren. 
  • Werk zo min mogelijk met losse materialen, maar vervoer ze op pallets, in rekken, bakken of beugels.
  • Sorteer de materialen zo veel mogelijk op maat, dus laat ze niet uitsteken, zeker niet aan de zijkant.
  • Sla het steigermaterieel zo dicht mogelijk bij de steiger op die je gaat bouwen. Stapel niet te hoog en stapel op zo’n manier, dat de dingen die je het eerst nodig hebt, vooraan of bovenop liggen.
  • Hijs of hef op zo’n manier dat er tijdens het transport geen materialen kunnen vallen. Zorg dus voor borging van de materialen.
  • alleen personen die daarvoor zijn opgeleid mogen de machines bedienen. 
  • De bakken en rekken moeten geschikt zijn als hijshulpmiddel, en moeten periodiek gekeurd zijn.
  • Maak gebruik van een laad- en losbordes op hoogte. Dat bordes moet berekend zijn op de optredende belasting, er moet een leuning op zitten en het moet verankerd zijn aan de bouw.