printen

1.4 Toegangsbevoegdheid en signalering

Uitgangspunten

Tijdens het opbouwen van een steiger moet je zorgen dat het veilig is op en om de steiger. Daarbij ga je van het volgende uit:

  • De steigerbouw mag geen gevaar opleveren voor de omgeving en voor derden, maar ook niet andersom.
  • Om te bepalen om welke gevaren het gaat, wordt er een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) gedaan
  • In een RI&E worden de maatregelen vastgelegd waarmee de gevaren beperkt gaan worden. In de industrie worden deze maatregelen vaak verwerkt in een werkvergunning.
  • Alle mensen die op de bouwplaats komen, moeten weten waar de gevarenzone ligt en welke veiligheidsmaatregelen er gelden..
  • Tijdens de bouwwerkzaamheden kunnen de risico’s veranderen. In dat geval moet je beoordelen of er andere maatregelen nodig zijn. Meestal heet dat een “Last Minute Risk Assessment” oftewel een LMRA.

 

Maatregelen

Deze uitgangspunten leiden in ieder geval tot de volgende voorschriften die in de procedures voor steigermontage zijn opgenomen:

  • Zet de gevarenzone af, zodat onbevoegden niet in de buurt van de steiger kunnen komen. Zij lopen het risico om geraakt te worden door voorwerpen die van de steiger vallen. Ze kunnen ook steigermateriaal tegen zich aan krijgen bij het langslopen.
  • Na het uitzetten van de steigergrondslag, moet worden  aangegeven dat niemand op de steiger mag komen. Dat mag pas als die is goedgekeurd en vrijgegeven voor gebruik (zie paragraaf 5.1 Informatie over de opleveringsprocedure).
  • Breng zo snel mogelijk een ladder of trap aan om de volgende slag te kunnen bereiken. Je mag een steiger nooit op een andere manier beklimmen, bijvoorbeeld langs de staanders of uitsteeksels.
  • Op de ladder of trap moet aangegeven zijn dat er geen onbevoegden op de steiger mogen komen. Dit kan met een steigerkaart (scafftag). Daarvan zie je in paragraaf 5.4 een voorbeeld. Er kan ook een verbodsbord bij de ladder of trap geplaatst worden.
  • Zorg voor een inklimbeveiliging als de steiger tijdelijk onbeheerd achtergelaten wordt. Dat kan met schotten. Geef ook hier duidelijk aan dat niemand op de steiger mag komen.
  • Neem dezelfde maatregelen als de steiger gedemonteerd wordt.

 

 

Figuur 8: Verbodsbord “Geen toegang voor onbevoegden” (zwart pictogram op witte achtergrond met rode rand en balk).