printen

2.1 Steigertypen, -toepassingen en onderdelen

Deze paragraaf gaat over de meest voorkomende steigertypen en de toepassingen. Ook zie je uit welke onderdelen een steiger bestaat.

De omschrijving van elk onderdeel is te vinden in hoofdstuk 8: ‘Termen en definities’. De bijbehorende normen staan in hoofdstuk 9: ‘Voorschriften, normen en literatuur’.

Steigertypen

Er zijn vier typen steigers:

  • traditionele steiger
  • systeemsteiger
  • framesteiger
  • Jukkensteiger

Traditionele steiger

Deze steiger bouw je op met buizen en koppelingen. De vloeren bestaan uit houten steigerdelen.

 

 

Figuur 1: Traditionele steiger.


Systeemsteiger

Deze steiger bouw je op met buizen met prefab knooppunten. De vloeren bestaan uit houten steigerdelen, of metalen of kunststof vloerelementen.

 

Figuur 2: Systeemsteiger.


Framesteiger

Deze steiger bouw je op met verticale en horizontale frames en prefab knooppunten. De vloeren bestaan uit houten, metalen of kunststof vloerelementen.

 

Figuur 3: Framesteiger.

Jukkensteiger

Deze steiger bouw je op met verticale jukken, buizen en koppelingen. De vloeren bestaan uit houten steigerdelen.

 

Figuur 4: Jukkensteiger.

Steigertoepassingen

Een steiger kun je voor veel dingen gebruiken. Hieronder (figuur 5 t/m 19) zie je een aantal toepassingen. De Richtlijn Steigers gaat vooral over de gevelsteiger.

 

 

Figuur 5: Gevelsteiger.

 

 

Figuur 6: Opslagsteiger.

Figuur 7: Trappentoren.

Figuur 8: Verrijdbare steiger.

Figuur 9: Vrijstaande steiger.

Figuur 10: Hijsbare steiger.

Figuur 11: Ruimtesteiger (zonder diagonalen).

Figuur 12: Ondersteuningssteiger.

Figuur 13: Uitbouwsteiger.

Figuur 14: Overkapping.

 Figuur 15: Uitsteeksteiger.

Figuur 16: Hangsteiger.

Figuur 17: Overbrugging.

 

Figuur 18: Doorgang.

Figuur 19: Loopbrug.

 

Steigeronderdelen

Een steiger kan uit veel onderdelen bestaan. Figuur 20 laat zien welke dat zijn. Het is belangrijk dat iedereen dezelfde namen gebruikt voor de onderdelen, zo voorkom je misverstanden.

 

Figuur 20: Overzicht van steigeronderdelen en benamingen.

 

1. Voetplaat
2. Voetspindel
3. Staander
4. Leuningwerk
5. Kantplank
6. Knieleuning
7. Heupleuning
8. Derde leuning/borstleuning
9. Leuningstaander
10. Kopleuning
11. Ligger
12. Langsdiagonaal
13. Dwarsdiagonaal

14. Horizontaaldiagonaal
15. Steigerdeel

16. Vloerelement
17. Werkvloer
18. Uitbouwconsole
19. Tralieligger
20. Hulpkorteling
21. Verankering
22. Korteling
23. Grondslag
24. Stelraam
25. Onderstopping

 

hs = steigerhoogte
bs = steigerbreedte (hart staander/hart staander)
s = staanderafstand (hart staander/hart staander)
hi = slaghoogte
u = uitbouw