3.4 Omgeving van de steiger
Een steiger bouw je zo op, dat hij op zichzelf veilig is. Maar behalve de steiger zelf is ook de omgeving van belang voor de veiligheid van de steiger.
De veiligheidsmaatregelen die nodig kunnen zijn kun je verdelen in drie soorten:
- Het omgeving waarin de steiger staat of waaraan de steiger grenst. Als de omgeving openbaar is komen daar mensen die letsel op kunnen lopen door dingen die van de steiger vallen of steigerdelen die uitsteken.
- Het verkeer in de buurt van de steiger. Dit kan namelijk tegen de steiger aanrijden of tegen mensen die bij steiger werken.
- Bovenleidingen van het elektriciteitsnet en van de trein en de tram. Als steigerbouwers of machinisten van een hijskraan tegen deze leidingen aan komen, krijgen ze een dodelijke schok.
Hieronder bespreken we de veiligheidsmaatregelen die genomen moeten worden op deze drie gebieden.
Openbaar gebied rondom de steiger
Als een steiger in een openbaar gebied staat of eraan grenst, dan moet gezorgd worden dat onbevoegden niet bij of op de steiger kunnen komen. sluit ze bij voorkeur af met een hek om de steiger en je houdt dat hek zo goed mogelijk gesloten. Dat zal niet altijd kunnen, want bewoners of gebruikers moeten wel hun huis of het gebouw in kunnen. In dat geval moet je voorkomen dat zij op de steiger kunnen betreden
Je moet ook zorgen dat geen materialen van de steiger kunnen vallen. Daarvoor kun je het volgende doen:
- de steiger bekleden (zie paragraaf 4.5 Afdichten en bekleden)
- een hekwerk aanbrengen rondom de werkvloeren
- vangschotten aanbrengen die breed genoeg zijn (zie paragraaf 4.6 Vangvoorziening, overkapping en veiligheidszone).
Als deze maatregelen niet mogelijk zijn, dan moeten er naast de steiger een veiligheidszone gemaakt worden. De breedte daarvan is afhankelijk van de hoogte van de steiger. Zie de onderstaande tabel.
Relatie werkhoogte en breedte van de veiligheidszone |
|
Werkhoogte (m) |
Veiligheidszone (m) |
10 |
3 |
15 |
3 |
20 |
4 |
30 |
5 |
40 |
6 |
50 |
7 |
90 |
11 |
100 |
12 |
110 |
13 |
120 |
14 |
130 |
15 |
140 |
16 |
Figuur 50: Breedte van de veiligheidszone naast een steiger.
Verkeer en bouwverkeer
Om te zorgen dat er geen verkeer tegen de steiger aan rijdt moeten er maatregelen getroffen worden.,
Wanneer de bouwplaats in de buurt van het spoor is, gelden er twee regels:
- niemand mag binnen de zogenaamde profielvrije ruimte (PVR) komen, omdat daar gevaar op aanrijding bestaat
- niemand mag binnen een strook van 3 m buiten de PVR komen.
Bovenleidingen
Bovenleidingen zijn er voor het elektriciteitsnet, de trein, de (snel)tram en de metro. Als je in de buurt van deze bovenleidingen een steiger moet bouwen, neem dan op tijd contact op met de beheerder van de leiding. Deze kan dan aangeven hoe ver je ten minste bij de bovenleiding vandaan moet blijven, zowel horizontaal als verticaal. Dat wil zeggen tot hoe ver onder de bovenleiding en tot hoe ver naast de bovenleiding je mag komen met een bouwmachine.
Als die minimale afstanden tot de bovenleiding niet haalbaar zijn, dan zijn er de volgende alternatieven:
- de leidingen tijdelijk spanningsloos maken
- de leidingen op voldoende afstand omleiden
- een andere bouwmethode kiezen.