printen

6.1 Afspraken met gebruikers

Een steiger wordt meestal  gebruikt voor meerdere doelen. Dat wil zeggen dat verschillende gebruikers dezelfde steiger gebruiken, maar dan voor hun eigen werkzaamheden. Dat is een groot voordeel, maar het brengt ook een risico met zich mee. Er kunnen namelijk gevaarlijke situaties ontstaan als er van tevoren geen duidelijke afspraken zijn over het gebruik van de steiger en de steigeruitvoering.

Het gaat hier om gevaarlijke situaties als gevolg van:

  • overbelasting van de steiger
  • zwakke ondergrond en/of ondergraving van de steiger
  • zonder toestemming veranderen van de steigerconstructie.

Programma van eisen

Alle eisen en voorwaarden voor de steigerconstructie vormen het programma van eisen. Met al die onderdelen moet de steigerontwerper en constructeur rekening houden. Als de steiger daarna gebouwd is mag deze natuurlijk nooit anders gebruikt worden dan waar hij voor ontworpen is. Dat betekent dat de gebruikers zich altijd moeten houden aan de afspraken voor gebruik.

Ook de genoemde gevaren komen in deze paragraaf aan de orde. Tot slot bespreken we de gevaren die in de procesindustrie en energiesector kunnen voorkomen. Daar zijn speciale afspraken noodzakelijk.

Gevaar van overbelasting

De zwaarteklasse van een steiger is afhankelijk van de belasting die op de steiger te verwachten is. Belangrijke vragen daarbij zijn:

  • Komen er steenpakketten op de steigervloeren te staan?
  • Komen er uitbouwconsoles aan de steiger?
  • Op hoeveel vloeren komt er belasting?

De steigerklasse die het meest voorkomt is klasse 4 (3,0 kN/m2). Deze klasse is geschikt voor bijvoorbeeld metselwerk, inclusief materiaalopslag op de steiger.

Bij overbelasting is er meer belasting op de steiger dan voor veilig gebruik toegestaan is. Dat betekent dat er niet volgens de voorschriften en afspraken gewerkt wordt. Met mogelijk ernstige gevolgen.

In paragraaf 3.1 Belasten van steigervloeren is hierover meer te lezen. Andere paragrafen die belangrijk zijn  bij steigerbelasting zijn paragraaf 2.2 Standaardconfiguraties en paragraaf 2.3 Aandachtspunten steigerontwerp. 

Gevaar van ondergraving

Als er naast een steiger graafwerkzaamheden plaatsvinden, moet je zorgen dat de steiger niet wordt ondergraven  Volg daarvoor de volgende regels op:

  • De afstand tussen het buitenvlak van de steiger en de sleuf moet bij ongeroerde grond minimaal 0,5 m zijn. Bij geroerde grond moet deze afstand minimaal 0,6 m zijn.
  • Het talud mag bij ongeroerde grond niet steiler zijn dan 1,25:1. Bij geroerde grond mag het talud niet steiler dan 1:1 zijn.
  • Een grond-kerende constructie mag ook, maar ook dan moet je een minimale afstand van 0,5 m tot het buitenvlak van de steiger aanhouden.

 Hieronder zie je deze regels in tekeningen.

 

 

Figuur1: Zand of leem (ongeroerd).

 

 

 

Figuur2: Zand of leem (geroerd).

 

Figuur3: Grond-kerende constructie.

Zonder toestemming veranderen van een steiger

Altijd moeten de verschillende gebruikers van de steiger afspraken met elkaar maken. Alleen op die manier kun je ervoor zorgen dat de steiger voor iedereen veilig is.

Jammer genoeg houdt niet iedereen zich altijd aan de afspraken. Het gebeurt dus nogal eens dat iemand iets verandert aan de steiger, zonder daarover te overleggen met de andere gebruikers. Het gaat dan bijvoorbeeld om het weghalen of verplaatsen van onderdelen, zoals leuningen, liggers, steigerdelen, uitbouwconsoles of verankeringen. De belangrijkste ongevalsoorzaken overigens.

Het is duidelijk dat dit gevaarlijk is. Het kan zelfs gebeuren dat de steiger erdoor omvalt of bezwijkt, of dat er mensen van de steiger vallen. Daarom moet iedereen zich aan de volgende regels houden:

  • Neem een steiger pas in gebruik als hij is opgeleverd (zie paragraaf 5.1 Opleveringsprocedure).
  • Soms zijn alternatieven aan de steiger wel toegestaan. Als dat zo is, dan staat dat op de tekening aangegeven, bijvoorbeeld als je een andere plek voor een trappentoren mag kiezen.
  • Als een verandering nodig is die niet op tekening staat, dan mag je deze alleen doorvoeren nadat de constructeur er toestemming voor gegeven heeft.
  • Een steigerbouwer brengt de veranderingen aan. Als een ander veranderingen wil aanbrengen, dan moet hij minimaal dezelfde kwalificaties hebben als de steigerbouwer.
  • Als het om veranderingen aan niet-constructieve onderdelen van de steiger gaat, zoals metselboys, steigerdelen en consoles, dan mogen anderen die veranderingen wel aanbrengen. Ze moeten dan een instructie krijgen van de opdrachtgever.
  • Wanneer je vloerdelen, leuningen enzovoort verplaatst, dan moet je die zo snel mogelijk terugplaatsen. Beveilig direct de openingen die ontstaan .
  • Zorg dat de werkomstandigheden na een verandering weer veilig zijn. Zolang dat niet zo is, moet je aanvullende maatregelen nemen (zie paragraaf 5.4). 

Elders op deze site is meer te lezen over de kwalificaties van degenen die steigers mogen monteren en opleveren/vrijgeven.

Werkplekverhoging op steigers

Als je op de steigerwerkvloer een werkplekverhoging plaatst, houd je dan aan de volgende regels:

  • De vrije stahoogte moet minimaal 1,90 m zijn.
  • De breedte van de vloer van de hulpsteiger moet minimaal 0,6 m breed zijn. Alleen bij een metselboy moet de vloer 0,4 m breed zijn.
  • Er moet op de steigervloer een vrije loopruimte overblijven van minimaal 0,6 m breed.
  • Het leuningwerk moet je verhogen tot minstens 1 m boven de vloer van de hulpsteiger.

Werken vanaf ladders en trappen

Je mag alléén werken vanaf een ladder of trap die op de steigervloer staat :

  • als de steigervloer daarvoor breed genoeg is (minimaal 1 m afstand tussen de voet van de ladder en het leuningwerk), of
  • als je verhoogd leuningwerk hebt aangebracht, en
  • als je de ladder neerzet volgens de opstelregels   (vooral een stabiele opstelling).

Gevaren in de procesindustrie/energiesector, werkvergunning

In de procesindustrie en de energiesector kan het monteren, wijzigen en demonteren van steigers gevaarlijk zijn. De installatie kan gevaren met zich meebrengen (denk aan gevaarlijke stoffen, hoogspanning). Ook de gereedschappen en werkmethoden die je gebruikt kunnen voor een gevaarlijke situatie zorgen.

Het gaat hier om bijvoorbeeld de volgende gevaren:

  • werken op hoogte
  • werken op hoogte waarbij je extra risico loopt om te vallen door de aanwezigheid van bassins en/of opvangbakken
  • werken in een omgeving waar brandbare of explosieve stoffen kunnen voorkomen (ATEX-zone)
  • werken in een omgeving waar giftige of agressieve stoffen kunnen voorkomen
  • werken in een omgeving waar een hoge of lage temperatuur/druk kunnen voorkomen
  • werken op een plaats waar gereedschappen en steigermaterialen op je hoofd kunnen vallen
  • werken op een plaats waar steigermaterialen tegen een installaties kunnen botsen, waardoor die installatie beschadigt raakt of uitvalt
  • werken met hulpmiddelen voor materiaaltransport waarbij vonken kunnen vrijkomen
  • werken op een plaats waar het geluidsniveau > 80 dB(a) is
  • werken in een omgeving waar meerdere mensen naast, boven of onder elkaar werken
  • werken op een plaats waar radioactieve bronnen aanwezig zijn
  • werken in besloten ruimten
  • werken op plaatsen waar gevaar voor elektrocutie (dood door hoge spanning) bestaat.

In alle gevallen is het heel belangrijk dat de werkplekken veilig zijn, zodat niemand betrokken kan raken bij (bijna-)ongevallen, milieu-incidenten of schades aan installaties. Er zijn dus vaak speciale maatregelen nodig. Deze staan dan in een werkvergunning.

Werkvergunning en Taak-Risico analyse

In een werkvergunning staan de maatregelen die nodig zijn om de gevaren op de werkplek te beperken en te beheersen. Bij werkzaamheden met een hoog risico kun je een werkvergunning uitbreiden met een Taak-Risico analyse (TRA).

Alle werknemers op de betreffende werkplek moeten weten wat er in de werkvergunning en/of de TRA staat. Daarnaast moet iedereen werken volgens de afgesproken werkwijze, en er iets van zeggen als iemand daarvan afwijkt.

Het is aan te bevelen om naast de werkvergunning ook een ‘Last minute risk analysis’ op de werkplek uit te voeren. Daarnaast is het ook verstandig om toezicht te houden dat past bij de risico’s  op risicovolle werkplekken.