FAQ's hoofdstuk 4
Bij tekening 4.4 staat een ladderhuis getekend, met een drie dubbele leuning. Waarom is er ter plaatse van de ladder niet nog een stukje leuning?
Hier is immers een gat van ongeveer een meter waar men nog doorheen kan vallen. …
Hier is immers een gat van ongeveer een meter waar men nog doorheen kan vallen.
De tekening is schematisch bedoeld.
Wie mag formeel eenvoudige wijzigingen, zoals het verplaatsen van consoles bij metselsteigers, uitvoeren?
Niet constructieve gedeelten mogen gewijzigd worden. Als de wijziging leidt tot een onveilige situatie mag …
Niet constructieve gedeelten mogen gewijzigd worden. Als de wijziging leidt tot een onveilige situatie mag de steiger niet gewijzigd worden. Consoles worden door de metselaar verplaatst.
Bij het tweede aandachtsstreepje in paragraaf 4.4.1 Ladders en ladderopgangen wordt een draaikoppeling geadviseerd voor het vastzetten van een ladder. Dat kan volgens mij in alle gevallen met een gewone kruiskoppeling.
Dit is alleen als voorbeeld aangegeven. De kruiskoppeling is om buizen haaks met elkaar te …
Dit is alleen als voorbeeld aangegeven. De kruiskoppeling is om buizen haaks met elkaar te verbinden. Dat kan als bij de externe ladder de ligger of korteling wordt doorgestoken (bovenzijde ladder). De ladder dient op 3 punten vast te zitten zodat aan de onderzijde een kruiskoppeling nodig is.
Binnen onze organisatie gebruikt onze steigerbouwer (externe partij) als steigervloeren, naast hout en staal, ook aluminium vloerdelen voorzien van een hout-/kunststofachtig loopvlak. In paragraaf 4.1 van de richtlijn steigers kom ik hier geen informatie over tegen. De aluminium vloerdelen lijken erg op de vloerdelen die ook bij aluminium rolsteigers worden gebruikt.
Wij vermoeden dat het door u geschetste probleem van doen heeft een steigervloer die gebruikt …
Wij vermoeden dat het door u geschetste probleem van doen heeft een steigervloer die gebruikt wordt in een Framesteiger, bijvoorbeeld van het merk Layher. Indien dat het geval is, kunt u verder lezen, indien dat niet het geval is, verzoeken wij u de setting van uw probleem ons nader te omschrijven. In Hoofdstuk 2 van de Richtlijn Steigers staat de definitie van een framesteiger met vloerelementen weergegeven. Dit framesteiger is in eerste fase niet meegenomen in de Richtlijn Steigers. Let u wel op dat deze steigers vallen onder belasting klasse 2 zoals omschreven staat op in hoofdstuk 3.
In de Richtlijn Steigers staat een maximale afstand van 30 cm. In de praktijk worden wij regelmatig geconfronteerd dat men dit teveel vindt. Kunt u hier duidelijkheid over verschaffen?
Ja. Grosso modo is uw motto: zoveel mogelijk dichtleggen.
Ja. Grosso modo is uw motto: zoveel mogelijk dichtleggen.
Voor doorstrijken wordt de afstand tot de gevel groter gehouden, echter, er kunnen maar 3 planken op een schuifkorteling. Vraag om structurele oplossing: zijn er bijvoorbeeld langere schuifkortelingen beschikbaar, waar meer planken op passen of is een andere oplossing in ontwikkeling?
Als Commissie Richtlijn Steigers hebben we daar reeds een voorstel voor gedaan. Bij de uitwerking …
Als Commissie Richtlijn Steigers hebben we daar reeds een voorstel voor gedaan. Bij de uitwerking van het A-blad Metselen van Arbouw is veelvuldig contact geweest met de beroepsgroep metselen. Een voorstel voor de steigersamenstelling bij toepassing van Pointmaster is uitgewerkt en opgenomen in het A-blad (dit in nauwe samenwerking met de leveranciers,
SZW/AI en de montagebedrijven). De voorziene oplossing zal te zijner tijd worden opgenomen in de Richtlijn Steigers.
Uitwerking
De staanderafstand tot de gevel, bij montage, wordt vergroot van 750 naar 850 mm. Er is een hulpmiddel ontwikkeld dat de uitschuifkorteling kan verlengen met de breedte van een plank. Deze oplossing stond -tijdens de KOMAT Themadag (d.d. 14-09-2011 gehouden) in Lelystad- opgesteld en wordt weergegeven in de schets van de firma ROJO als oplossing "Spouw 140 [PR]".
Deze oplossing is besproken met de heer Frits Wolfswinkel (van SZW/AI) omdat de afstand tot de gevel >150 mm wordt. In het aangepaste inspectiemodule Steigers wordt hier een oplossing aangedragen die al wordt toegepast bij handhaving door SZW/AI. Het komt erop neer dat de afstand groter dan 150 mm mag zijn tijdens de werkzaamheden. Let wel op dat de onderliggende werkvloer ook de nodige aandacht verdient.
Citaat uit de aangepaste inspectiemodule module Steigergebruik (gedateerd 23-09-2011):
1.1.2 Aansluiting werkvloeren op gevel
Inspectienoot Gevelaansluiting Pointmaster - Door KOMAT/VSB is naar voren gebracht dat bij toepassing van het Pointmaster voegsysteem de afstand tussen gerealiseerd metselwerk en steigervloer 200 mm moet zijn. Omdat voor een onberispelijk resultaat de bijgehorende ROLLER tussen de metselprofielen en het metselwerk moet worden doorgetrokken. Om ruimte te scheppen voor de gestapelde metselprofielen moet de steiger(console)vloer 50 mm extra worden teruggetrokken. Dit kan dus opgevat worden als de technische reden die een opening tot ca 200 mm legitimeert.
Is het wettelijk verplicht (bijv. als arbeidsinspectie komt controleren) om bij alle toegangen vanaf een ladder naar de (werk)vloer een draaibaar hekje te gebruiken? Of is dit alleen nodig bij ladderopgang voor eerste slag? Ik heb in de richtlijn gekeken maar hier staat dus in BIJVOORBEELD D.M.V. EEN DRAAIBAAR HEKJ? En aan welke eisen dient een draaibaar hekje te voldoen? Is dit dan een verlengde van het normale leuningwerk van steiger (leuning/tussenleuning en kantplank)?
Er dient een afzetting gemaakt te worden, zodat de werknemer op hoogte niet in een …
Er dient een afzetting gemaakt te worden, zodat de werknemer op hoogte niet in een open trappen- of laddergat kan vallen. Dit kan onder andere door het toepassen van een hekje, maar de beveiliging tegen vallen kan ook andere vormen aannemen. Essentie ervan: valgevaar voorkomen. Hoe u het verder doet, laat de RS onbesproken, evident is dat de constructie van het voorbeeld, het draaihekje dus, deugdelijk moet zijn. De sluiting ervan eveneens. Het draaihekje kunt u inderdaad bestempelen als voortzetting van het normale leuningwerk van een steiger. Op de tussenverdiepingen wordt het valgevaar opgevangen door de doorstekende van de ladder ter lengte van 1,0 m. Op de bovenste slag dienen maatregelen te zijn genomen die de gebruiker hierop alert maken (dat hij op de bovenste vloer is aanbeland).